De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1981.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1981.

1981
6 februari:
De nieuwe brandweerkazerne wordt na een onofficieel gebruik van 8 maanden nu officieel geopend door burgemeester mr. J.M. Schouwenaar in tegenwoordigheid van brandweercommandant H. de Jong en wethouder J.N. Fit en enkele genodigden.

27 mei:
Cornelis Dirk (roepnaam Cor) Ham, geboren te Schellinkhout op 7 september 1914 en overleden te Schellinkhout 21 november 1991 en Grietje Hansen, geboren te Venhuizen op 3 december 1918 en overleden te Schellinkhout op 17 mei 1995, vieren het feit dat ze 40 jaar zijn gehuwd. Cor en Griet zijn in de Tweede Wereldoorlog in Schellinkhout gehuwd. De eerste foto is genomen in de deuropening van het witte werkmanshuisje (Dorpsweg 77) dat zuidelijk van de stolpboerderij Dorpsweg 75 staat. De tekst boven de ereboog luidt: '40 Lang leve het bruidspaar'. Op foto 2 ziet u het huisje aan de voorkant (zie 1963).
 


Een luchtfoto van (bovenaan de foto) het rundveebedrijf van Klaas Jan Stapel, geboren te Schellinkhout op 13 mei 1937, wonende Dorpsweg 139. Stapel heeft zijn bedrijf ruim veertig jaar gerund. Nadat het melkvee is verkocht komen er nog een paar jaar vleeskoeien op stal, maar uiteindelijk stopt Klaas omstreeks 1990 helemaal met boeren (zie 2002).

De "Groote Molen", een achtkantige binnenkruier aan de Zuiderdijk 58, is gerestaureerd door de Stichting Westfriese Molens. De molen bemaalde, samen met "de Kleine Molen" (zie 1915), door middel van een kolk en een uitwateringssluis het overtollige water op de voormalige Zuiderzee. De molenaar Jan Beers neemt zijn intrek in de volledig gerestaureerde en ingerichte molen.
Op 7 augustus 1981 wordt na de afronding van de restauratie, die f 300.000,- heeft gekost, de molen met een officieel tintje in gebruik genomen. Om twee uur 's middags is er een ontvangst door het gemeentebestuur van de genodigden op het gemeentehuis van Venhuizen.
   

Er worden dia's vertoond die in de restauratieperiode zijn gemaakt door de heer H.K. Dekker uit Schellinkhout. Aansluitend rijdt het gezelschap naar de molen waar deze door de voorzitter van de Stichting Westfriese Molens, de heer Dirk Breebaart (overleden 10 november 2002 op 97-jarige leeftijd) door het lichten van de vang officieel in gebruik zal worden gesteld. Vervolgens kan de molen worden bezichtigd (zie 1978 en 1980).

       
De "Groote Molen" voor, tijdens en na de restauratie.

De "Groote Molen":
Algemeen
Type: Grondzeiler.
Kenmerken: Achtkante binnenkruier.
Constructie
Romp: Eiken achtkant, gedekt met riet, op lage voet. De onderste circa 2 meter gedekt met geteerde gepotdekselde planken.
Kap: Gedekt met riet.
Vlucht: 21.80 / 22.00 meter.
Wiekenvorm: Oudhollands.
Wiekenkruis: Twee ijzeren roeden.
Fabrikaat wiekenkruis: Dercks, nr. 0345 (positie buiten - lengte 22.00 meter), nr. 0346 (positie binnen - lengte 21.80 meter), jaar: 1980.
Bovenas: Fabrikaat "De Prins van Oranje", nummer 0420, jaar 1866.
Kruiwerk: Houten rollen; binnenkruirad.
Vang: Vlaamse vang; vangstok.
Inrichting: Vijzel.
Overbrengingen: Bovenwiel 58 kammen; Bovenschijf 27 staven, steek 13 centimeter; Onderwiel 23 / 35 kammen; Vijzelwiel 36 kammen; Overbrengingsverhouding 1 : 1,37 / 2,09.
Het eiken achtkant staat niet op penanten maar op lage veldmuurtjes. Aan het metselwerk te zien dateren deze muurtjes pas van de 19e eeuw. Het vermoeden bestaat dat de molen oorspronkelijk geen ondertafelement heeft gehad, maar dat dit later is aangebracht en dat bij die gelegenheid ook de stenen voet is vernieuwd. In het verleden is het verband in de achtkantconstructie al eens vergroot door middel van zware extra veldregels. In ieder veld is er één aangebracht ter hoogte van de middelzolder. Boventafelement, rolvloer, kuip en kap zijn al eens vernieuwd, waarschijnlijk in 1855. De bovenschijfloop is afkomstig uit de molen te Waarland en de koningsspil uit de voormalige molen van de Hooglandspolder te Barsingerhorn. Beide onderdelen zijn bij de restauratie 1979-1981 aangebracht.
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw zijn de gaande werken verwijderd. Het achtkant beneden heeft voorheen een bekleding in de vorm van een getrapte weeg in plaats van de huidige rabatdelen. Waarschijnlijk heeft deze verandering plaats gehad in de negentiende eeuw en dateert de permanente woning van de molen ook pas van die tijd. Onder de molen zijn nog de vroegere krimpmuren van een scheprad aanwezig. Merkwaardigerwijs heeft dit in de lengterichting van de kolk gesteld gestaan, welke stand correspondeert met de plaatsing van de gebinten van het achtkant. Het vermoeden bestaat dat de molen ooit ook als bovenmolen heeft gediend om de door de achterste molen (de "Kleine Molen") volgemalen kolk bij hoge buitenwaterstanden op zee te kunnen afmalen. Wellicht heeft hij een dubbelfunctie gehad en is hij ooit zo ingericht geweest dat al naar gelang de zeestand zowel de polder als de kolk kan worden bemalen. Om af en toe als bovenmolen te kunnen dienen moet de kolk door middel van een sluisje in twee compartimenten verdeeld kunnen worden. Op de kadastrale kaart van 1824 (zie afbeelding hieronder) is naast de molen duidelijk een vernauwing te zien die een aanwijzing kan zijn dat daar inderdaad een sluisje heeft gelegen.

De molenkolk op de kadastrale kaart uit 1824.

Geschiedenis
Onderzoek in 2019 wijst uit dat de benodigde bomen voor de romp en de kap reeds in 1628 zijn geveld. Dankzij dendrochronologisch onderzoek (dateringsonderzoek) aan het hout is gebleken dat het bouwjaar van de "Groote Molen" 1630 is.
Hij bemaalt de 650 ha grote polder door middel van een kolk en uitwateringssluis op de voormalige Zuiderzee. Evenals dat in omliggende polders het geval is, zal ook in de polder Schellinkhout in de zestiende eeuw de windbemaling al ingevoerd zijn geweest. Op een van 1603 daterende kaart is de molenkolk aangegeven met aan het eind daarvan een duidelijk als binnenkruier getekende molen. De in 1915 afgebroken achterste molen (zie 1915), die "De kleine Molen" wordt genoemd, moet dus de eerste molen van de polder zijn geweest. De vrij kleine vlucht van 19,8 meter en de gedrongen vorm van deze molen bevestigen dit en maken het zelfs zeer waarschijnlijk dat hij nog van de zestiende eeuw dateert (zie ook 1575).

De "Kleine Molen" en de molenkolk links op een kaart uit 1603.

Al in het begin van de zeventiende eeuw moet zijn gebleken dat één molen voor bemaling van deze polder niet meer voldoende is. Op een van 1638 daterende kaart staat de nu nog bestaande molen in elk geval al aangegeven. Ter onderscheiding van de andere wordt hij de "Groote Molen" genoemd. Ongetwijfeld heeft de bouw ervan verband gehouden met de verminderde uitmalingscapaciteit van de "Kleine Molen" als gevolg van de steeds hoger wordende waterstanden op de Zuiderzee.
De oorspronkelijk met een scheprad uitgeruste molens zijn in de negentiende eeuw vervijzeld: De nu nog bestaande "Groote Molen" in 1861 en de gesloopte "Kleine Molen" in 1862 (zie 1861 en 1862). In 1900 wordt naast de "Groote Molen" een hulpgemaaltje geplaatst (zie 1900). De capaciteit van dit gemaal wordt in 1914 zodanig vergroot dat de beide windmolens buiten bedrijf worden gesteld. De "Kleine Molen" is hierna in 1915 voor afbraak verkocht en de "Groote Molen" heeft nog jaren met het wiekenkruis in overhekstand gestaan (zie 1914 en 1915). In 1929 worden de roeden verwijderd en in de korenmolen van Oude Niedorp gestoken (zie 1929). De romp doet vanaf dat moment dienst als woning. In 1958 wordt de "Groote Molen" overgedragen aan de gemeente Schellinkhout (zie 1958). Omdat deze gemeente niet aan haar verplichting tot restauratie kan voldoen, komt de molen in 1974 weer in het bezit van het waterschap West-Friesland (zie 1974). Dit waterschap heeft de molen op haar beurt overgedragen aan de Stichting Westfriese Molens (zie 1978). Deze stichting geeft opdracht tot algeheel herstel van de in vervallen staat verkerende molen. Op 7 augustus 1981 is de restauratie voltooid en wordt de molen officieel in gebruik genomen (zie hierboven).
Na de ruilverkaveling eind twintigste eeuw is het peil van de polder Schellinkhout verlaagd, zodat de molen de polder niet meer direct kan bemalen. De molen bemaalt vanaf dat moment een langs de molen lopende sloot die dient als inlaatsloot voor het meer noordelijker gelegen poldergebied bij Blokker. Het peil van deze inlaatsloot is het voormalige peil van de polder Schellinkhout. De inlaat bevindt zich tussen de molen en de IJsselmeerdijk en laat het IJsselmeerwater in vanuit de molenkolk. Ondanks deze nieuwe situatie wordt er zo nu en dan bij voldoende water toch nog wel met de vijzel gemalen, want met het bijbehorende achterland omvat de inlaatsloot een behoorlijke hoeveelheid water. De molen maalt het water niet over de IJsselmeerdijk, maar via een duiker onder de dijk door (zie 1595 en 1984).

De "voetbalmeiden" van het dorp.

Achter v.l.n.r.: trainer en begeleider Mart Kind, keepster Lysbeth Kind, Martine Baas, Karin Roeleveld, Karin Dop, Hetty Nooij, Petra Dop, begeleidster Nel Dop;
Voor v.l.n.r.: Elles Bobeldijk, Jaqueline Wielinga, Sylvia Broers, Saskia Lucas, Monique Kuipers, Karien Stapel en Sandra Ruiter.

Nieuwe inwoners van het dorp krijgen van het bestuur van de bibliotheek een kaart.

Uit: een krant van 9 november 1981.
Huis bezet in Schellinkhout.
Schellinkhouter jongeren hebben het afgelopen weekeinde een woning in Schellinkhout gekraakt. Het betreffende pand, dat aan de Dorpsweg nummero 84 staat, stond bijna 2 jaar leeg.
Op een verzoek van de politie om het pand te ontruimen werd geen gehoor gegeven. Volgens hun zeggen willen de krakers komende dinsdag een gesprek met de burgemeester van Venhuizen hebben om met hem over het opstellen van een kraakcontract te praten. Overigens zijn de jongeren van plan het pand eigenhandig van gas en water te voorzien.
Zoals gezegd staat het pand aan de Dorpsweg inmiddels een kleine twee jaar leeg. Wel hebben de eigenaars onlangs nog getracht het huis, waarin zij in het verleden zelf woonachtig zijn geweest, te verkopen. De verkoop ketste echter op het laatste moment af. Tot op dit moment is het nog niet duidelijk wat de eigenaars van plan zijn tegen de krakers te ondernemen.

Het meisjesteam van de Schellinkhouter Volleybalclub (SVC) wordt kampioen. De meisjes worden in de open laadbak van een bestelauto, waarop de SVC-vlag prijkt, ingehaald in het dorp.

Achteraan staat Annemiek Hoogenboezem.
Daarvóór v.l.n.r.:
Bob Rezelman, Marjan Nooij, Lysbeth Witvliet, Tineke Dop, Sylvia Schermer en Cornelis (roepnaam Cees) Toepoel, geboren te Schellinkhout op 20 augustus 1935; overleden te Hoorn op 24 janauri 2010. Voorste rij v.l.n.r.: Petra Dop, Sylvia Broers en Jolanda Rezelman.

De klassen twee en drie (schooljaar 1980 - 1981) van de Jan Luykenschool gaan met juf Marbus op de foto.

Achterste rij v.l.n.r.:
Eddy Kuipers, Yvonne Kieft, Cindy Kieft, Suzanne Hoogeboezem, Coria van Aarst, Erwin Bosma, Vincent Serrarens, Johan Bosma, Bart Roeleveld, Kees Koster en Gertjan Schuurmans;
Midden v.l.n.r.:
Sander Muller, Esther Oud, Sylvia Nieuweboer, Brigitte van de Woude, Michiel Nieuwehuis, Frauke Terpstra, Martijn Zijp, Markjan Ruberg, Obbe Jan Strijbis en Willem van Duin;
Onderste rij v.l.n.r.:
Gretha van de Kamp, Els Lagerweij, Karolien Rezelman, Judith de Zeeuw, Anita Dekker, Sybren Arnoldus, John Engelgeer, René de Klerk, Michiel Strijbis;
Liggend v.l.n.r.: Stefan Smit en Sandra Ruiter.

Een foto van perceel Dorpsweg 156a. De woning wordt eerst bewoond door familie (Jörg) Tölle en later gekocht door familie A.J. (Aris) van Braam.

De dames van de voetbalvereniging worden kampioen.

Achter v.l.n.r.: Sylvia Schermer, Christel Prins, Lieke Schermer, onbekend;
Midden v.l.n.r.: Maria Berger, Marjan Nooij, Marlot Smit, Gerda Dekker;
Voor v.l.n.r.: Ingrid Wilders, Tineke Bakker, onbekend.

___________________

naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :