De geschiedenis van Schellinkhout, periode 1951.

De tijdlijn van Schellinkhout van 1951.

1951
De floraliavereniging "Bloem en Fruit" houdt de tentoonstelling nu op zaterdag en zondag. De feestavond blijft zoals gebruikelijk op de maandagavond. Op de feestavond wordt er meestal een toneelgezelschap uitgenodigd en er is uiteraard "bal na".


De Schellinkhouter Pieter Jacob Donker wordt op 2 maart 1914 geboren in Schellinkhout als oudste zoon van Cornelis Donker PZn. en Aafje Houter (geboren te Berkhout op 30 juli 1893). Aafje is een dochter van Jacob Houter Janszoon en Trijntje Clay. In 1895 overlijdt Trijntje Clay en vijf jaar later huwt weduwnaar Jacob Houter met Dieuwertje Peetoom.
Vanaf hun huwelijk op 20 april 1913 boert het echtpaar Donker-Houter in Schellinkhout, aanvankelijk in het noordeinde van het dorp op de boerderij van de familie Donker. Ze betrekken daar de boerderij van de grootmoeder van Pieter Jacob, die sinds 1908 weduwe is. Haar man, Pieter Donker (geboren 2 augustus 1858) is namelijk op 23 april 1908 plotseling overleden (verdronken in een gierput).
In de Enkhuizer Courant, Kroniek van Enkhuizen en Omstreken, van zondag 26 april 1908 staat over dit plotselinge overlijden het volgende bericht:
SCHELLINKHOUT, April.
Donderdag j.l. had hier een treurig ongeluk plaats. De heer P. Donker, bezig een verstopte goot open te maken, welke in een put uitkwam, had het ongeluk uit te glijden, waardoor hij voorover in de put viel. Hoewel men spoedig den verschrikkelijken toestand ontdekte, was het leven reeds geweken.

De weduwe, mevrouw Donker-Ham, heeft de boerderij met haar zonen Piet en Cornelis geleid tot 1913. Anno 2007 is dit Dorpsweg 52, bewoond door familie Kooyman. Onderstaande foto's van deze boerderij zijn gemaakt in respectievelijk het jaar 2000 (eerste foto) en september 2004 (zie ook 1990).
   
Als Cornelis en Aafje op de boerderij komen, gaat de weduwe in een rentenierswoning wonen tegenover de boerderij. Zij overlijdt in 1921 (zie foto renteniershuisje 1959).

In 1919 verhuist het echtpaar Donker-Houter naar het zuidend, waar de boerderij van Jacob Houter Jansz. staat (zie foto 1904). Laatstgenoemde, inmiddels wethouder van het dorp, is invalide geworden en gaat wonen in een rentenierswoning in het noordeinde. Bij de boerderij in het zuideinde behoort 30 hectare grasland en Cornelis Donker houdt daar ongeveer 30 koeien op. Om een boerenknecht uit te sparen gaat Cornelis omstreeks 1929 machinaal melken. Een volwassen boerenknecht verdient op dat moment 22 gulden per week met "vrij wonen en vrij melk".
 
Twee foto's van de boerderij van het echtpaar Donker-Houter in het zuideind, respectievelijk genomen in 1968 en 2000 (zie ook 1904).

Op 1 april 1919 gaat Pieter Donker, amper 5 jaar oud, voor het eerst naar school.
 
Op deze schoolfoto uit 1920 staat de kleine Pieter in het midden met een hoedje op. De foto is genomen bij (anno 2002) Dorpsweg 97, tegenover de huidige (anno 2002) Havenweg. Op dat moment woont in deze woning de weduwe G. Posch-Laan. Daarnaast is de schuur van dorpssmid C. Visser.
Op school krijgt hij in de eerste klas te maken met juffrouw Keizer, in de tweede en derde klas met juffrouw Sieuwerts en de laatste vier en een half jaar met de vermaarde meester Jan Ebels, die hem ook nog zo'n anderhalf jaar bijlessen in de Franse taal geeft om hem klaar te stomen voor het vervolgonderwijs aan de Rijks HBS in Hoorn. Na het eindexamen in 1931 studeert Donker aan de universiteit van Amsterdam. Na co-assistentschappen in Arnhem (kindergeneeskunde), Den Haag (chirurgie) en Amsterdam wordt in 1938 met goed gevolg het doctoraal examen afgelegd. Na een cursus tropengeneeskunde bij de hoogleraren Snijders en Swellengrebel wordt de dienstplicht vervuld op de School voor reserve-officieren van gezondheid in Den Haag en het Militaire Hospitaal in Utrecht. Een en ander wordt afgesloten met de beëdiging als officier van gezondheid 2e klasse. Per 1 oktober 1938 wordt Pieter Donker aangesteld als assistent bij de Mariastichting te Haarlem, maar in augustus 1939 volgt reeds de mobilisatie. Deze brengt hij door in de Betuwe bij Ochten en IJzendoorn tot de overgave van Nederland aan de Duitsers op 15 mei 1940. Na enkele kortlopende aanstellingen in het St. Joannes de Deo-ziekenhuis en opnieuw de Mariastichting, beide te Haarlem, wordt Piet Donker benoemd tot assistent-chirurgie in het St. Franciscus Gasthuis te Rotterdam, waar hij de verdere oorlogsjaren doorbrengt. Om de paar maanden bezoekt hij per fiets het ouderlijk huis in Schellinkhout. Op 1 juni 1945 neemt hij ontslag, omdat nu de mogelijkheid bestaat om in groot dienstverband in de strijd tegen Japan te opereren. In november 1945 wordt hij als luitenant ter zee tweede klasse aangesteld. Het is de bedoeling om als chirurg op een nieuwe kruiser naar de Stille Oceaan te vertrekken. De Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 doorkruist dit plan. Het gevolg is wel dat hij eerder naar Indië kan vertrekken om krijgsgevangenen, vrouwen en kinderen uit de kampen te helpen. Donker werkt enkele maanden in het particuliere Tjikiniziekenhuis in Batavia, waarna in februari 1946 een aanstelling als chirurg in het Marine-hospitaal te Surabaya volgt. Voor zijn werk in Indië is Piet Donker in 1947 koninklijk onderscheiden. Hij wordt benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.
In februari 1948 keert Donker naar Nederland terug. Hij heeft tuberculose en dat betekent een half jaar bedrust. Hij krijgt het advies om de chirurgie los te laten en rustiger werk te kiezen. Dat wordt urologie. Hij volgt een eenjarige opleiding bij dr. J.A. Weytlandt in Amsterdam. In 1950 volgt de erkenning als uroloog en nog in hetzelfde jaar kan Piet Donker de urologische polikliniek van het St. Franciscus Gasthuis te Rotterdam overnemen van dr. Deddes.
Op 8 maart 1951 promoveert Pieter Donker tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift "Over de behandeling van perforerende buikverwondingen"; prof.dr. I. Boerema is zijn promotor. Tijdens deze ceremonie worden onderstaande foto's gemaakt, waarbij een aantal Schellinkhouters aanwezig zijn.
 
Foto 1: De tweede man van links is dr. P.J. Donker.
Foto 2: Voorste rij v.l.n.r.:
Gr. Donker-Jonker, Jb. Donker, A. Donker-Houter, C. Donker;
3e rij: Joris Nobel, A. Nobel-Akkerman;
4e rij: C. Nobel-Pool, C. Nobel-Leguit, J. Nobel, W. Nobel.

 
Foto 1: Dr. P.J. Donker is de tweede man van links.
Foto 2: V.l.n.r. dr. P.J. Donker, Cornelia Vrouwtje Nobel-Leguit, Jan Nobel, Cornelia Petronella Nobel-Pool (geboren 4 november 1899; overleden 26 juli 1982) en Willem Nobel (geboren 5 maart 1900; overleden 21 oktober 1961).

(zie 1906).

Onder leiding van Piet Donker wordt in het St. Franciscus Gasthuis een urologische afdeling opgericht, waaraan ook een urologische opleiding wordt verbonden. In 1962 wordt aan Donker gevraagd om -op deeltijdbasis- een lectoraat in de urologie aan de Rijksuniversiteit van Leiden te bekleden. Dit lectoraat wordt in 1966 omgezet in een buitengewoon hoogleraarschap en in 1968 omgezet in een gewoon hoogleraarschap. Dr. P.J. Donker spreekt bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de urologie aan de rijksuniversiteit te Leiden op vrijdag 28 januari 1966 een rede met als onderwerp "Urologische ervaringen".

Familieleden en vrienden zijn uitgenodigd voor de plechtigheid op 28 januari 1966, waaronder Jan Nobel en zijn vrouw Corry Leguit (zie 1906).

Onder de verstuurde uitnodigingen voor de plechtigheid op 28 januari 1966 staat de naam van dr. J. DANKMEIJER.
 
Tot het bijwonen dezer plechtelijkheid worden alle belangstellenden uitgenodigd.
dr. J. DANKMEIJER

In de pers verschijnt ondermeer onderstaande artikel over oud-Schellinkhouter P.J. Donker.

In 1968 neemt Donker afscheid als hoofd van de afdeling urologie van het St. Franciscus Gasthuis, welke functie hij sinds 1962 combineert met eenzelfde functie bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. De betekenis van Pieter Donker voor de urologische wereld blijkt ook uit de vele erelidmaatschappen die hem worden verleend. In totaal leidt hij 38 vakgenoten op. In maart 1998 viert hij zijn 60-jarig artsjubileum. Prof. dr. P.J. Donker overlijdt na een kort ziekbed te Leiden op 19 feburari 1999 (zie boerderij Houter: 1904).

 
Foto 1: Piet Dragtsma (zie 1946 en 1947).
Foto 2: Dirk Nooij wordt tijdens de jaarlijkse kermis door een fotograaf betrapt in de zweefmolen (zie 1948 en 1957).

 
In de zomer wordt bovenstaande luchtfoto gemaakt van de stolpboerderij van de familie Sluis, Dorpsweg 151. Op de "bleek" voor de boerderij ligt de witte was te drogen (zie 1939 en 1990).
De tweede foto is gemaakt in februari en toont de achterkant van dezelfde boerderij. Links op de foto ziet u de garage, die in 1917 tegenover de boerderij wordt gebouwd (zie 1917).

augustus:
Trijnie Brouwer, (dochter van Hendrik Brouwer de monsternemer en kalverenschetser, wonende Dorpsweg 88) en Piet Stapel treden in het huwelijk, nadat zij eerder zijn verloofd.

 
Foto 1: Het verlovingskaartje van Trijnie en Piet.
Foto 2: Een foto uit 1948 van Trijnie en haar jongere zusje Wies aan de zuidkant van de ouderlijke woning.
Foto 3: De bruidsstoet lopend op weg naar het raadhuis. De twee bruidsmeisjes zijn zusjes van de bruid: Wies (de oudste) en Hilda. De meisjes rechts naast de bruidsmeisjes zijn van links naar rechts Jessie van de Zijpp, Bertha Roorda en Corrie Hoogenboezem. Achter het bruidspaar lopen de ouders van de bruid. Dáárachter loopt de vader van de bruidegom.

Twee foto's van de Fiat-taxi van Cor Dop.
 

Na de tweede wereldoorlog wordt (vermoedelijk in 1947) het fanfarekorps "Nieuw Leven" opgericht door Gerrit Posch, Sietze Kampen en Rikus Koeman, als opvolger van "Concordia". Om geld voor instrumenten in te zamelen worden toneelstukjes opgevoerd. In 1949 kunnen dan de instrumenten worden gekocht. Dirigent is de heer Hartog uit Enkhuizen. Dit fanfarekorps heeft slechts ongeveer 12 jaar bestaan. Na een meningsverschil zeggen alle "Dekker's" hun lidmaatschap op. Dat zijn vader Dekker en zijn kinderen Klaas, André, Piet met zijn verkering Rienie van Veen en Aafje. Zij bespelen belangrijke instrumenten en het korps houdt noodgedwongen op te bestaan.

  Een foto van het fanfarekorps "Nieuw Leven" uit omstreeks 1951.
Boven van links naar rechts:
Frans Helder, Gerrit Kampen, Sjolla Bijma, Toon de Vries, Teun Schekkerman (de kruidenier uit het zuidend), Sietze Kampen, Gerrit Posch, Ab Jongsma, Jaap Dekker, voorzitter Jan v.d. Oort, Rikus Koeman.
Onder van links naar rechts:
Harm van Assen, André Dekker, Cees Toepoel, Jan Bousma, Klaas Neij, Marie Ooms en Harrie Dekker.

 
Een foto van de kerk en omgeving en een winterfoto van de stolpboerderij Dorpsweg 153.

Frans Helder (1928-2005) trouwt met Marian Bakkum Pastoor, die in 1932 is geboren (zie 1931).
 De trouwfoto van Frans en Marian.

2 november:
De "Commissie voor Landelijk Schoon uit het Historische Genootschap Oud-Westfriesland" heeft een brief gestuurd aan het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, afd. K.W. waarin wordt verzocht subsidie te verlenen tot herstel van de inrijpoort van de boerderij, eigenaar de heer Ham te Schellinkhout. Als de subsidie niet wordt verleend zullen de werkzaamheden in de naaste toekomst zich moeten bepalen tot kleine onderhoudswerken.
(Betreft: Dorpsweg 75, zie o.a. 1890).

Een foto uit omstreeks 1951 met leerlingen van de Openbare Lagere School aan De Laan.

Van boven naar beneden en van links naar rechts:
Meester Klomp, Pieter Ruiter, Jessy van de Zijpp, Corrie Hoogenboezem, Rens v.d. Veen, Jannie de Groot, Piet Compas, Cees Dop en mevrouw Winkel-Peetoom;
Hans Coevert, mevrouw Trien Ruiter-Danner, Sjoukje Jongsma, Jan Nierop, Ariënne Dekker, Lenie Klomp, Cees Buisman, Harm Sieders (geboren 12 mei 1941) en Dirk Compas;
Jur Beets, Alie Davids, Atie Ham, Cor van de Maden, Nia Winkel, Bertha Roorda en Marietje Hoekstra;
Hennie (?) Valentijn, de broertjes Oscar en Henk Sieders (geboren 16 september 1943), Piet Bakker en juf Riet van Nes, die wordt geflankeerd door de broertjes Jan en Piet Schaafsma.

Op 31 december stuurt schilder Gerrit Schekkerman een nota van in totaal f 36,93 naar de N.H. Kerk te Hoorn, wegens onderhoud Plaats K. Best. Klaas Best pacht de boerderij "Landlust" (Dorpsweg 13) van de Nederlands Hervormde kerk in Hoorn. De werkzaamheden bestaan ondermeer uit het schilderen van koeraampjes, drempels, het hek, de keukenramen, de naam op de boerderij, het in de menie zetten van dakvensters en het plaatsen van ruiten. De nota wordt pas op 10 mei 1952 voldaan. Op het zegel staat onder andere de naam van de echtgenote van de schilder, Geertje Schekkerman-Bras (zie 1935 en 1948).
 

___________________

naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)

 G. Kazimier.

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :