1938
Uit: Alkmaarsche Courant van 6 januari.
Chris Roorda is sedert 8 januari 1934 in dienst van de gemeente als arbeider op de begraafplaats. Hij ontvangt voor zijn werkzaamheden
per jaar f 90,-.
De gemeente ontvangt dit jaar een opbrengst van het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken
drank in het klein van f 80,-. De twee vergunningshouders zijn J. Leegwater van het café aan de Dorpsweg en
H. Davidzon van het café op de hoek van de Blokdijk en de Wijmers.
Aan de Blokdijk 4 heeft Jan Boot een fruitteeltbedrijf. In de Alkmaarsche Courant van 13 januari staat daarover het volgende
bericht:
Het Burgerlijk Armbestuur wordt gevormd door de armvoogden J. Nierop Pz., C. Veer Pz., en J. Boot.
Aan laatstgenoemde is de administratie opgedragen. Het "Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur" is vastgesteld bij
raadsbesluit van 19 april 1937 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 28 juli 1937, nummer 164.
Uit: Alkmaarsche Courant van 18 januari.
Foto gemaakt door Marie Mol-Breebaart.
Meester C.J.W. Klomp huurt voor 208,- per jaar de onderwijzerswoning, plaatselijk
gemerkt no. 110.
De verhuur van gemeentelanderijen brengt f 632,57 op.
Links beneden op de eerste foto staat vader Adrianus Maarten (Adrie) Vis Gz. Rechts naast hem staat zijn zoon Albert Leonard (Ab) en
achter vader Vis is nog juist een andere zoon zichtbaar: Johannes Cornelis (Joop). Beide jongens zijn op 29 december 1928 geboren
(tweeling). Ab Vis huwt met Annie Stapel en overlijdt op 14 oktober 2007 te Hoorn.
Foto 2: V.l.n.r.: Piet Veer, de heer Reuvers, Jan Nobel, Harm Jan Snel, Cor Koster Wz., Willem C. Koster.
Foto 3: De meeste jongens op de foto bezoeken de Lagere Landbouwschool te Hoorn. Links op de achtergrond staat het
dorpscafé.
Gemeenteveldwachter Herman Peperkamp begint op 4 januari zijn werkzaamheden in Schellinkhout. Hij is afkomstig uit
Apeldoorn en wordt per 10 januari 1938 in het bevolkingsregister van Schellinkhout ingeschreven. Het is een
gezet persoon met een robuust voorkomen. Hij is gezagsgetrouw en gaat meteen ijverig aan
de slag en er volgen vele processen-verbaal van zijn hand. Van een aantal daarvan, die worden uitgedeeld aan Schellinkhouters,
vindt u op deze site een samenvatting (zie 1938, 1939 en 1940). Reeds op 15 januari 1938 beveelt
burgemeester Palenstijn:
Veldwachter Herman Peperkamp is op 8 mei 1907 in Arnhem geboren. Hij is zijn loopbaan op 23 februari 1927 begonnen als gewoon
dienstplichtige, registratienummer 182. Volgens de gegevens uit zijn zakboekje van het 8-ste regiment infanterie, lichting 1927, is
de lengte van Peperkamp 1 m, 751 mm. Per 12 januari 1928 verbindt hij zich voor 6 jaar als
vrijwilliger bij het Wapen der Koninklijke Marechaussee (Marechaussee te voet). Op 12 maart 1934 verbindt hij zich opnieuw, nu
voor onbepaalde tijd, als vrijwilliger aan het Wapen der Koninklijke Marechaussee . Als standplaatsen worden genoemd Epe, Harderwijk,
Beverwijk, Neede, Ruurlo, Hardenberg en Apeldoorn.
Herman Peperkamp werkt van 4 januari 1938 tot 1 mei 1941 in Schellinkhout. Burgemeester Palenstijn is erg tevreden over
het functioneren van de veldwachter, getuige ook de vertrouwelijke staat van inlichtingen
die Peperkamp mee krijgt als hij solliciteert naar Angerloo in Gelderland om daar zijn loopbaan als veldwachter voort te zetten.
Burgemeester Palenstijn oordeelt over het gedrag en de beschaving: Correct gedrag, vrij van sterken
drank. Beschaafd, voldoende ontwikkeling, rustig karakter. Verder: Is een geboren politie-man
en is met de wetten en verordeningen goed op de hoogte. Kan goed met plattelandsbevolking overweg. Treedt met tact op en weet
te handelen wanneer zulks wordt vereischt. Hij werkt in deze gemeente geheel zelfstandig. Hij is ongeveer drie jaar in de gemeente
als veldwachter werkzaam en heeft zich gedurende dien tijd actief getoond . Heeft verschillende diefstallen opgehelderd. Zijn
dienstijver heeft nimmer aanleiding tot klachten gegeven. Weet zich goed te redden op de plaats van het misdrijf. Hij heeft hier onder
zijn berusting het dactyloscopiemateriaal en weet er in de practijk goed mede om te kunnen gaan. Is in het bezit van een politiehond
welke gedeeltelijk door hem zelf is afgericht. Ik kan hem zonder eenig voorbehoud aanbevelen. Als reden voor zijn sollicitatie
naar Angerloo staat vermeld: Gevoelt meer voor Gelderland, alwaar hij ook als marechaussee heeft
gediend, alsmede daar zijn ouders en familie in Gelderland (Arnhem) woonachtig zijn.
De jaarwedde van burgemeester Palenstijn bedraagt f 1650,- (zie 1932). De jaarwedden van de wethouders zijn bij Koninklijk Besluit
van 11 november 1921, nummer 57, vastgesteld op f 50,-. De wethouders zijn: A. Koster, sedert 6 mei 1932 en A. Groot, sedert 23
januari 1933. De jaarwedde van de secretaris, welke functie burgemeester Palenstijn ook uitoefent, bedraagt f 1250,-.
Gemeente-ontvanger C. Bloothoofd, die door de raad benoemd is op 23 februari 1922, geniet een jaarinkomen van f 600,-. De
presentiegelden voor de gemeenteraadsleden zijn vastgesteld op f 1,50 per elke bijgewoonde vergadering. Palenstijn treedt al
sinds 14 mei 1928 als ambtenaar van de burgerlijke stand op. Als ambtenaar van de burgelijken stand
ontvangt burgemeester Palenstijn per jaar f 75,-. Bij ontstentenis of afwezigheid van Palenstijn
treedt A. Koster als ambtenaar van de burgerlijke stand op.
De gemeente heeft een aantal zaken tegen brand- en stormschade verzekerd:
Op vrijdag 14 januari vergadert de gemeenteraad in het raadhuis. De aanvang is des namiddags 1 uur
PRECIES. Er staan een paar korte zaken op de agenda, zoals de nadere vaststelling
pensioengrondslag oud-gemeenteontvanger C. Bloothoofd en vaststelling pensioengrondslag gemeenteontvanger J. Breebaart.
Vanaf half twee is er een uitstapje gepland naar Kwadijk. 1.30 uur precies afrijden per auto ter gezamenlijke
bezichtiging der Destructor te Purmerend, aankomst pl.m. 2 uur. Na bezichtiging vertrek voor bezoek aan de Centrale Secretarie te
Kwadijk, waar de thee zal worden aangeboden en waar de secretarie onder leiding van den Heer Burgemeester W.R. Drost zal worden
bezichtigd.
Uit: Alkmaarsche Courant van 27 januari.
Op 31 januari 1938 heeft Herman Peperkamp, veldwachter in de gemeente Schellinkhout, de eer
UedelAchtbare, beleefd het navolgende te rapporteren. Den negen en twintigsten Januari 1900 acht en dertig,
omstreeks één uur, kwam mij ter oore dat een kind aan een verdrinkingsdood was ontsnapt door het kranige
optreden van de in deze gemeente wonende J. NIEROP. In verband daarmee stelt de gezagsdrager een nader onderzoek in,
waaruit blijkt dat de 20-jarige Jan Nierop op 29 januari 1938, omstreeks 11 uur, op zijn rijwiel in noordelijke richting over de Dorpsweg
rijdt. Hij wordt vergezeld door de heer J. Middelbeek, die inwoont bij familie Berkhout. Ter hoogte van de
boerderij van K. HAM zag ik in de aan mijn rechterhand gelegen sloot een voorwerp drijven. Middelbeek en ik meenden eerst een pop
te zien, doch toen het voorwerp bewoog, bemerkten wij dat het een kind was, dat geheel onder water lag, terwijl de klompen en
kleeren boven het water uitstaken. Onverwijld spoedde ik mij naar de rand van bedoelde sloot, waar ik met behulp van Middelbeek,
welke mij naar de rand van de sloot was gevolgd, het kindje op het droge wist te brengen. De drenkeling blijkt bewusteloos
te zijn en wordt meteen naar de boerderij van Ham overgebracht, waar kunstmatige ademhaling wordt toegepast
waarna het na enkele minuten weer teekenen van leven gaf. Het geredde jongetje blijkt een
kind te zijn van familie D. Kramer, wonende Dorpsweg 69. Het rapport wordt als volgt afgesloten: Naar
mijn meening van mij rapporteur, is het ongeval te wijten, daar het kind in een onbewaakt oogenblik naar de sloot is geloopen en
vervolgens door de op dat tijdstip hevig waaiende wind te water geraakt, zoodat niet aan een strafbaar feit behoeft te worden
gedacht.
De boerderij van
Ham omstreeks 1965.
In de broodbakkerij van Jan Tonnis, gevestigd Schellinkhout no. 94, wordt op zaterdag 5 februari al vroeg gewerkt.
Té vroeg volgens gemeenteveldwachter Peperkamp. Het is nog maar kwart over zes en volgens de aanwezige arbeidslijst
mag er pas om 07.00 uur worden begonnen met de werkzaamheden, zoals het afwegen van deeg. Jan Tonnis is er op dat moment
zelf nog niet, maar hij heeft zijn 17-jarige bij hem inwonende bakkersknecht Pieter Sas opdracht gegeven om alvast te beginnen.
Als hoofd- en bestuurder van de broodbakkerij is Tonnis verantwoordelijk en hij wordt dan ook als verdachte gehoord. Hij verklaart
onder andere: Ik heb hedenmorgen P. Sas omstreeks zes uur opgedragen om in- en ten behoeve mijner
onderneming arbeid te verrichten. Ik wist dat Sas niet eerder dan zeven uur met zijn arbeid mocht aanvangen. Indien ik echter
niet wat laat was geweest met een bestelling, was zulks niet gebeurd.
Uit: Alkmaarsche Courant van 12 februari.
Op 21 februari, omstreeks 12.30 uur, wordt vischhandelaar Dirk de Haart op de Dorpsweg
bekeurd. Dirk is geboren te Hoogkarspel op 25 september 1899 en woont in Hoorn, Pompsteeg 10. Veldwachter Peperkamp heeft
gezien dat deze visboer aan het venten is met een driewielig rijwiel z.g. bakfiets, waarop een partij
schelvisch, benevens een weegschaal (bascule) met de daarbij behoorenden gewichten, aanwezig waren. Eén
van de koperen gewichten, namelijk het 5 hectogram gewicht, heeft echter geen geldig goedkeuringsmerk,
zijnde de kleine letter "m" in staande drukvorm. De vis wordt die dag dus duur betaald!
Op 5 maart 's avonds om half elf wil Cees Toepoel het rijwiel van zijn vrouw binnen in de gang van zijn woning zetten
hetwelk was geplaatst in mijn tuin, staande tegen een boom, ongeveer 5 meter van den openbaren
weg verwijderd. Toepoel ziet dan tot zijn schrik dat het achterlicht gedeeltelijk is gedemonteerd,
hetgeen mij bleek, daar de z.g. huls nog wel aan bedoeld spatbord aanwezig was, doch de fitting
met lampje, benevens het z.g. kapje met het roode glas ontbraken. Volgens Toepoel is het gestolen en vertegenwoordigt
het ontvreemde een waarde van 0.63., benevens nog een onkosten
van 1.00, voor aankoop van
een nieuw achterlicht. Genoemde onderdeelen zijn afkomstig van een achterlicht, merk "Philips". Van dit feit
doet aangifte Cornelis Toepoel, van beroep kapper, oud 24 jaar, wonende Schellinkhout nummer 105. Gemeenteveldwachter
Peperkamp hoort vervolgens als getuige: Hendrik Christiaan de Graaff, zonder beroep, oud 58 jaar, wonende te Schellinkhout
nummer 74. Deze getuige heeft op 5 maart omstreeks 20.30 uur de hem bekende Otse Venema aan de deur gehad met de vraag
of zijn zoon Arie Toepoel thuis was. Daar zulks niet het geval was, deelde ik dat aan Venema mede,
waarop hij mij te kennen gaf dat zulks jammer was, daar deze anders het achterlicht van zijn rijwiel had kunnen repareeren.
De getuige heeft vervolgens gezien dat Venema voor de woning van Toepoel heeft geprobeerd om zijn achterlicht te repareren. Dat
heeft ongeveer een kwartier geduurd, doch hij kon blijkbaar het euvel niet verhelpen, want toen ik hem
zag wegrijden in de richting Blokker brandde het achterlicht van zijn rijwiel niet.
Op 31 maart gaan burgemeester Jan Palenstijn, wonende Schellinkhout no. 103, gemeente-ontvanger Jan Breebaart, wonende
Schellinkhout no. 100 en gemeente-veldwachter Herman Peperkamp, wonende Schellinkhout no. 98, met de
luxe auto, gemerkt G-79814 van Breebaart naar Den Haag. Breebaart bestuurt de auto en
veroorzaakt een aanrijding met een truck met treiler omdat hij een moment werd afgeleid.
De bumper van de auto van Breebaart raakt wat ontzet en de schade aan de vrachtauto was ook niet
van veel beteekenis, o.a. de velg van het linkerachterwiel van de truck vertoonde een lichte beschadiging, terwijl op de band van
dat linkerachterwiel een veeg voorkwam, vermoedelijk ontstaan door de aanraking van de bumper van mijn auto. Ook
bevindt zich een snee in het rubber van die band. De bestuurder van de vrachtauto beweert dat die snee een gevolg is van de
aanrijding en wil een nieuwe band. Breebaart is het daar niet mee eens. Een agent van politie komt terplaatse en oordeelt dat er
slechts sprake is van geringe schade en dat de band niet hoeft te worden vergoed. De bestuurder van de truck laat het er echter
niet bij zitten en laat een proces-verbaal opmaken door de politie 's-Gravenhage. Dit proces-verbaal wordt opgestuurd naar
burgemeester Jan Palenstijn, in diens hoedanigheid als Hoofd van Plaatselijke Politie. Eén van de mede-inzittenden,
veldwachter Herman Peperkamp, krijgt vervolgens de opdracht van een andere inzittende, burgemeester Palenstijn, om Breebaart
en Palenstijn te horen. Zelf voegt Peperkamp er nog aan toe: Bestuurder Breebaart reed op het tijdstip
dat de aanrijding plaats vond met een snelheid van pl.m. 15 K.M. en was niet onder de invloed van sterken drank. Ten slotte
voeg ik er nog aan toe, dat de bestuurder van bedoelde vrachtauto zeer brutaal was en een nieuwe band eischte.
3 april 1938:
21 april:
1 mei:
10 mei:
In die zelfde raadsvergadering (10 mei) komt een belangrijk onderwerp aan de orde, namelijk het voorstel van B & W tot
onbewoonbaarverklaring van de woning Dorpsweg 68, kadastraal bekend onder sectie A, nummer 342, eigendom van P. Ham. Er is
een bouwkundig rapport van deze woning, die al ongeveer een jaar leeg staat, gemaakt door den Heer
Inspecteur voor de Volkshuisvesting en dat luidt overtuigd afkeurend. Een paar zinsneden uit dit rapport:
Deze woning werd door mij zeer slecht bevonden; zij draagt het kenmerk van een geheel verwaarloosd
onderhoud. Stijlen en onderleggers, die het geheel dragen, zijn grootendeels vermolmd. Het inwendige der woning is niet te
beschrijven slecht. De woning is ten eenenmale ongeschikt ter bewoning en niet door het aanbrengen van bepaaldelijk aan te
duiden verbeteringen in bewoonbaren toestand te brengen.
Het voorstel van B & W tot onbewoonbaarverklaring wordt echter afgestemd. Raadslid Koster bijvoorbeeld acht het ingrijpen in
particuliere belangen op deze wijze tamelijk verstrekkend en vindt het rapport en het advies sterk overdreven.
De Heer Bloothoofd meent dat wanneer dit huis onbewoonbaar wordt verklaard meerdere huizen
hiervoor in aanmerking zouden komen daar vele minstens even slecht zijn. De Inspecteur voor de Volksgezondheid is
het echter niet eens met de afwijzing door de gemeenteraad en gaat op 13 mei in beroep tegen deze beslissing bij het college
van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het archief vermeldt niet hoe deze zaak uiteindelijk is afgelopen.
In de rondvraag van dezelfde raadsvergadering (10 mei) deelt de heer G. Koster mee dat hem was
gebleken dat de Veldwachter eenigen tijd geleden tijdens een besloten feest 's nachts in het café van den Heer
J. Leegwater was binnengegaan. "Wij zijn dat hier niet gewoon en ik acht het overbodig", aldus den Heer
Koster. De voorzitter, burgemeester Palenstijn, antwoordt dat "politiezaken" alleen de burgemeester aangaan en
verzoekt op- of aanmerkingen met betrekking tot politiezaken niet in een openbare raadsvergadering naar voren te brengen.
Uit: Alkmaarsche Courant van 14 mei.
De plattelandsvrouwen gaan een dagje uit naar de kust.
23 juni:
In juni wordt het huisje Schellinkhout 93 geschilderd door Gerrit Schekkerman en een knecht,
blijkens de nota genaamd Jo B. Het huisje wordt op dat moment bewoond door
Mejuff. Wed. K. Smit. In augustus worden vervolgens de stoven,
de kolenbak en de doofpot van de weduwe nog geschilderd. Op 24 augustus volgt de nota van 41,57 en deze rekening
wordt op 27 augustus voldaan. Omgerekend verdient schilder en behanger Gerrit Schekkerman
per uur f 0,45. Voor zijn knecht Jo B. wordt f 0,30 per uur in rekening gebracht.
De veehandelaar Willem Palenstijn, oud 70 jaar, wonende te Schellinkhout nummer 56, pacht een stuk weiland aan de dijk
Enkhuizen - Hoorn onder Schellinkhout. Hij heeft er een aantal schapen lopen. Op 26 juni, 's avonds omstreeks 7 uur, ontdekt
Palenstijn dat er 6 schapen van de hem bekende Chris Roorda in zijn land lopen en eten het gras op,
wat ik zelf hoog noodig heb voor mijn eigen schapen, want met die droogte groeit er al zoo weinig. Roorda is al meerdere
malen gewaarschuwd, doch deze schijnt niet voor reden vatbaar te zijn. Palenstijn pikt het
niet langer en doet aangifte bij veldwachter Peperkamp. Deze hoort de verdachte, die opgeeft te zijn: Christiaan Roorda, van
beroep landarbeider, geboren te Hoorn op 24 januari 1904, wonende te Schellinkhout, Dorpsweg 153. Hij verklaart onder
andere: De schapen zijn van mijn weiland, dat aan hetgeen Palenstijn grenst, overgeloopen. Hoe
zulks mogelijk is begrijp ik niet. Of er al dan niet een bekeuring volgt is onbekend.
Uit: Schager Courant van 30 juli.
30 juli:
augustus:
Marie Wittenberg, weduwe van Paauw, oud 56 jaar, wonende te Blokker, Lageweg 179 heeft een stuk weiland, dat gelegen is
aan de dijk bij Schellinkhout. Daar lopen een aantal schapen en ze heeft aan niemand toestemming gegeven om over dit perceel
weiland te lopen. Daarom krijgt op 7 augustus, 's middags om 16.45 uur, de aardappelenhandelaar Pieter Johannes George Steeg,
geboren te Hoorn op 2 juli 1898, wonende te Hoorn, Venenlaan 88, een bekeuring van gemeenteveldwachter Peperkamp.
Bedoelde persoon nam zoodra hij mij ontwaardde de vlucht en wist langs een steenen glooiing de dijk te
bereiken, alwaar ik hem later aantrof. De verdachte verklaart als volgt: Ik kom hier al 15 jaar en
heb nimmer last van de politie gehad. Ik vind het dan ook zeer kinderachtig om over zoo'n kleinigheid te vallen. Ik zal er dan ook
voor zorgen dat deze zaak verkeerd voor U afloopt. Het terzake opgemaakte proces-verbaal wordt afgesloten met de
opmerking: Door mij verbalisant voornoemd, zij vermeld, dat verdachte niet gunstig bekend staat en
veel in deze gemeente aan de oever van het IJsselmeer vertoeft, mogelijk met minder goede bedoelingen.
Het dijkmagazijn ("Magazijn van Drechterland"), dat helemaal aan het zuideinde, ten westen van de Dorpsweg staat,
wordt gesloopt. In vroeger tijden worden er materialen voor dijkbescherming opgeslagen, zoals ankers, touwen, zeilen, keien om
deze zeilen te verzwaren, palen, zakken zand e.d. In december 1873 is het adres van het dijkmagazijn: Dorpsweg 117 (zie voor
hernummeringen 1948 en 1969).
6 september:
Onderstaande foto's zijn toen genomen bij de feestelijkheden in het dorp.
De meisjes Bloothoofd (foto 5 hierboven) zijn de drie dochters van Dirk Bloothoofd, geboren te Schellinkhout op 22 september 1894
en van Zwaantje Beemsterboer. Zij trouwen te Schellinkhout op 2 mei 1920 (zie portretfoto's hieronder uit circa 1918). Als eerste
wordt dochter Sieuw geboren (10 maart 1921). Dan volgt haar zusje Geer op 22 maart 1925 en tenslotte ziet Janny op 4 november
1929 het levenslicht.
Hieronder:
Dirk Bloothoofd en Zwaantje Beemsterboer zijn in 1945 25 jaar getrouwd.
Een dochter van het echtpaar Bloothoofd - Beemsterboer, Geer Bloothoofd trouwt in 1946 met haar buurjongen Gerrit Jan Palenstijn,
een zoon van burgemeester Palenstijn (zie 1997). Onderstaande foto is genomen als Gerrit enige tijd met "verlof" is uit
Duitsland, waar hij gedurende de tweede wereldoorlog door de Duitsers te werk is gesteld.
Hieronder twee foto's die gemaakt zijn op de boerderij van Gerrit Palenstijn (1871 - 1943). De tweede foto is gemaakt tijdens de
jaarlijkse schoonmaak van de koegang. Op deze foto staan van links naar rechts: Gerrit Jan Palenstijn (geboren 1924), zijn opa
Gerrit Palenstijn en boerenwerkman Piekema (zie ook 1943).
Uit: Heldersche Courant van 9 september.
In de jaren negentig van de vorige eeuw wordt de boerderij Dorpsweg 113 gesloopt door Nico Besseling, die terplaatse
een nieuw pand bouwt. Ter gelegenheid van de sloop van de boerderij maakt Geer Palenstijn-Bloothoofd het volgende gedicht.
Pand 113
De gymnastiekvereniging "Nuttig En Aangenaam" (NEA) wordt opgericht in het café van de heer Leegwater.
Spoedig wordt men lid van de turnkring "West-Friesland" (zie 8 juni 1941).
Het Andijker toneel komt op de feestavond van de floraliavereniging "Bloem en Fruit". Caféhouder Leegwater wil
na enige discussie de helft van de kosten voor de muziek betalen. Als hij een goede avond heeft, wil hij ook de andere helft betalen.....
Een foto van het schoolreisje met juffrouw Borsjes (midden) en mevrouw Nobel-Leguit (rechts).
Op 4 oktober stelt de gemeenteraad de volgende verordening vast: Verordening inzake de bestrijding van
de loodglansziekte veroorzaakt door de zwam Stereum purpureum Pers en gekenmerkt is door de aanwezigheid van takken, bezet met
grijze loodkleurige of zilverachtige bladeren. De gebruiker van een perceel, waarop zich loodglanszieke bomen of struiken
bevinden, moet dat in de loop van de maand augustus schriftelijk of mondeling aan de burgemeester melden.
De loodglanszieke boomen of struiken moeten door den gebruiker van het perceel op duidelijke en
blijvende wijze worden gemerkt door middel van het verven van een ring met loodwit rondom den tak of stam. Aangetaste
bomen, struiken, takken, palen e.d. moeten daarna voor 15 september worden gerooid en voor 1 oktober worden verbrand.
Overtreding van de verordening kan gestraft worden met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een
geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Op zaterdag 8 oktober, omstreeks 13.00 uur, krijgt de arbeider Gerrit van der Glind, geboren te Barneveld op 14 mei 1905, wonende
Munnekei 86, een bekeuring van veldwachter Peperkamp. Hij rijdt namelijk op een rijwiel zonder belastingmerk
op den openbaren weg en dat levert een overtreding op van artikel 4bis der Rijksbelastingwet 1924 (Stbl. no. 306).
Uit: Alkmaarsche Courant van 20 oktober.
Op 1 november betaalt veldwachter Peperkamp zijn jaarlijkse kerkelijke belasting aan de Hervormde Gemeente.
De KERKELIJKE ONTVANGER der Ned. Herv. Gemeente te Schellinkhout, A. Koster, zal tot ontvangst der
aanslagen zitting houden in de Consistoriekamer van Schellinkhout, den laatsten Woensdag van de maanden October en November
des n.m. van 2 - 4 uur. Gij wordt uitgenoodigd de betaling van Uwen aanslag op één dezer dagen te voldoen.
C. Kossen heeft een electrische smederij aan de Dorpsweg 99. Hieronder het logo dat op zijn nota's staat.
December: De dominee heet Van Duyl. Hij preekt ook in onder andere Oosterleek.
3 december:
's Avonds om half zeven is veldwachter Peperkamp op pad. Hij ziet op de Lageweg iemand op een rijwiel rijden,
terwijl dat rijwiel niet voorzien was van een lantaarn, die voorwaarts een helder geel of helder
wit licht uitstraalde. Er volgt uiteraard een bekeuring. Het slachtoffer is Jacob Vis, van beroep tuinder, geboren te
Schellinkhout op 19 juli 1878, wonende te Blokker, Blokdijk 248. Hij verklaart: Toen ik van huis
reed was de dynamo al niet te best, zoodat ik er toen maar een touwtje heb aangebonden.
In de raadsvergadering van 13 december deelt de burgemeester mede dat voluntair de Heer
L. Roodzant vanaf 12 Dec. 1938, ter secretarie te Oterleek werkzaam is. Hij dankt de heer Roodzant hartelijk voor
het vele werk dat hij in de afgelopen 4,5 jaar op de secretarie heeft verricht. Bij zijn werk heeft hij door
zijn wijze van optreden de sympathie van velen verworven en spreker wenscht hem van harte toe dat het hem in de toekomst goed
moge gaan. (Instemming van de leden).
De Nederlandse Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen, afdeling Schellinkhout wordt opgericht op 14 december 1938,
nadat mevrouw Visser-Bakker uit Wieringerwaard op 8 december 1938 als propagandiste hiervoor was
opgetreden in het Gymlokaal in onze gemeente. De eerste voorzitster of presidente wordt mevrouw B. Blom-Van Dok. De
overige bestuursleden zijn de dames Palenstijn-Smit, Schippers-de Boer, Klomp-Hulshoff, Klazien Ham en mevrouw Helder-Posch. Er
zijn 35 leden en de contributie bedraagt f 1,50 per jaar. Bij toetreding als lid f 0,50 te storten. Aan het Hoofdbestuur moet
per lid 0,70 worden afgedragen.
31 december:
naar begin van deze pagina
naar het eerstvolgende jaar
terug naar de basispagina (home)
G. Kazimier.
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op (maand / dag / jaar / tijdstip) :
Op 1 januari 1938 ontvangt veehouder Gerrit Koster de nota over de tweede helft van het jaar 1937 van de plaatselijke smid Cor Kossen.
De volgende posten staan ondermeer op dit overzicht:
12 Juli: braadpan f 2,35
2 Augustus: Kilometerteller, spaken in voorwiel en fietsbel gemaakt f 2,40
2 Augustus: Ketting en zadel gespannen f 0,15
29 Augustus: Snoer voor lantaarn en bolletje voor lantaarn f 0,20
1 October: Klein bijltje geslepen (staal) f 0,70
1 October: Zeef voor theemes f 0,50 (Een temes is een zeef om melk te ziften).
18 October Kluister gemaakt f 0,60 (Een kluister is een leren riem om het rennen van een paard te ontmoedigen).
1 November: 2 boutjes in deurtje f 0,20
8 November: 1 M. pijp f 0,75
25 November: Knevelwartel, stukje ketting f 0,45
25 November: Achterlicht met beugel f 1,70
Het totaalbedrag is f 22,40 en dit bedrag wordt blijkens de tekst op het zegel op 17 janauri 1938 betaald.
SCHELLINKHOUT
Veldwachter benoemd.
Tot bezoldigd gemeente-veldwachter alhier is benoemd de heer H. Peperkamp, thans controleur bij den
Centralen Crisuscontroledienst te Apeldoorn.
De Blokdijk in een tijd dat er nog geen fietspad is aangelegd. Op de rijbaan lopen Nan Pool (links) en de op 30 april 1937
geboren Gerie Boot (zie 1959).
Provinciaal Nieuws
DEMONSTRATIEBEDRIJF VOOR DE FRUITTEELT.
De Econ. Technol. dienst voor Noordholland verzoekt ons opname van het volgende:
Door den Economisch-Technologischen Dienst voor Noordholland te Haarlem is een demonstratiebedrijf
voor fruitteelt opgericht. Deze dienst heeft met den heer J. Boot, fruitkweeker te Schellinkhout, een
overeenkomst aangegaan, waarbij deze zich bereid heeft verklaard, zijn fruitkweekerij als
demonstratiebedrijf beschikbaar te stellen. De heer Boot is een vooraanstaand kweeker in West-Friesland.
Hij heeft in gebruik een bedrijf van 1 H.A., dat vóór ongeveer 30 jaar is aangelegd,
en hij gaat nu, op een kort geleden door hem aangekocht terrein van 3 H.A., 'n geheel
nieuwen fruittuin aanleggen. Er is hier geen sprake van een proefbedrijf, maar alleen van een
demonstratiebedrijf, waar getracht zal worden met de middelen, die ieder onderlegd en goed ingericht
kweeker ter beschikking staan, het hoogste mogelijke rendement te verkrijgen en aan belanghebbenden te
toonen of een fruitkweekerij rendabel kan zijn en hoe een dergelijk bedrijf op practische wijze gedreven moet worden.
De heer ir. C. Reitsema, (moet zijn: Rietsema) rijkstuinbouwconsulent en directeur van de
Tuinbouwschool te Hoorn, zal hierbij medewerking
verleenen, opdat het bedrijf zooveel mogelijk aan zijn doel zal beantwoorden. Over de resultaten van het bedrijf
zullen regelmatig berichten worden gepubliceerd.
(zie 13 februari 1939 en 1959).
Op 14 Nov. van het vorige jaar had de rederijkerskamer "De boom van ons genoegen" uit Schellinkhout aldaar een
uitvoering gegeven, waarbij de musici v. Str. en K. waren Geëngageerd om in de pauzes eenige nummertjes ten
gehoore te brengen. Deze hadden, spelende op een saxofoon en de harmonica, o.m. het schoone lied "Die Liebe ist die
Schuld daran" voorgedragen en nu sprak Buma hen beiden aan wegens overtreding van de auteurswet.
De officier van justitie meende, dat de verdachten strafbaar waren; ter terechtzitting trachtten ze de schuld te schuiven
op het bestuur van "De boom van ons genoegen", maar dat doet het zelfde foefje als de rollen omgekeerd zijn
en van het bestuur behoeft niet verwacht te worden, dat het precies weet waarop de muzikanten de kunstminnende leden
zullen vergasten. Derhalve eischte spr. tegen ieder een geldboete van 40 gulden, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De politierechter echter was van oordeel, dat de secretaris -naar later bleek- in het bezit was geweest van een schrijven
van het Buma, waarin duidelijk opgave verzocht was van de door de musici te spelen nummers.
De secretaris had hierop niet gereageerd en ook de muzikanten niet verwittigd van dit schrijven, zoodat mr. Ledeboer
de verdachten op grond van dit laatste feit vrijsprak, waartegen zij uiteraard niet het minste bezwaar opperden
(zie 14 november 1937).
Deze elftalfoto is gemaakt op het buitendijks gelegen voetbalveld. Op de achtergrond grazen schapen, die vermoedelijk kort daarvoor
van het voetbalveld zijn gejaagd....
Staande v.l.n.r: Maarten Sluis (uit Wijdenes), Piet Knol, Kees Kinderman, Bram Mes en Wim de Graaf;
Midden v.l.n.r.: Harm Piekema, Bink Piekema en Jente Kampen;
Geknield v.l.n.r.: Jaap Walkeuter, Jan Kikkert, Cor Davids en Maarten Sluis (uit Schellinkhout).
Op het terrein naast het dorpscafé wordt een fokveetentoonstelling gehouden op het "landje van Bloothoofd". Het
stukje grond is eigendom van de Nederlands Hervormde kerk, maar wordt verpacht.
de gemeenteveldwachter H. Peperkamp een veldwachterscursus te volgen, uitgaande van de Commissie
van het Vakonderricht aan Gemeentelijk Politie-personeel in Noord-Holland.
Peperkamp
in het uniform van de Koninklijke Marechaussee.
Met ingang van 14 oktober 1935 wordt Herman Peperkamp op eigen verzoek eervol ontslag verleend als
marechaussee te voet van de derde Divisie Koninklijke Marechaussee en wordt hij teruggebracht in de positie van gewoon
dienstplichtige, lichting 1927, bij het 8-ste Regiment infanterie en met groot verlof. Hij wordt dan per 15 oktober controleur
Landbouw-Crisiswet bij de Centrale-Crisis-Contrôledienst. De directeur van deze dienst is
erg tevreden over hem: Hij was ijverig en betrouwbaar, terwijl zijn tuchtrechtelijke verklaringen en
processen-verbaal op goede wijze werden opgemaakt. Hij bezat voldoende wetskennis. Zijn optreden in zoowel als buiten dienst
gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
Herman Peperkamp wordt aangesteld als bezoldigd gemeenteveldwachter in Schellinkhout. Daarnaast wordt hij ook nog benoemd
tot onbezoldigd rijksveldwachter, zodat hij ook buiten het dorp van zijn bevoegdheden gebruik mag maken. Zijn jaarwedde
bedraagt f 1700,-, plus F. 100,- uitkeering voor uniformkleeding en schoeisel en F. 25.- uitkering
voor het politiediploma der Algemeene Nederlandsche Bond.
Hij is op 20 december 1935 gehuwd met Adriana Maria Vach, geboren te Arnhem op 16 januari 1908. Beide behoren tot de Nederlands
Hervormde kerk.
Het gezin Peperkamp woont aan de Dorpsweg 98. Op 3 april 1938 wordt zoon Herman Jan geboren.
Deze zoon wordt vernoemd naar burgemeester Jan Palenstijn met wie de gemeenteveldwachter erg goed kan opschieten.
De kleine Herman Jan blijkt linkshandig te zijn en daarom krijgt hij van burgemeester Palenstijn, die zelf op 3 april 1896 is geboren,
een rechtshandig lepeltje (z.g.n. dwarslepeltje) met inscriptie:
AANGEBOD door BURG. PALENSTIJN 3-4-'38
Per 26 april 1941 wordt het gezin Peperkamp uitgeschreven naar Angerloo.
Onderwijzer C.J.W. Klomp is bij raadsbesluit van 15 februari 1930 benoemd en verdient dat jaar als hoofd van de lagere school met
zijn zestien dienstjaren f 2749,-. Zijn vrouwelijke collega, juffrouw Chr.C.E. Borsjes verdient per jaar met haar 4
dienstjaren f 1527,-. De schoolschoonmaakster is mevrouw A. Bart-Kool. Zij is al benoemd bij raadsbesluit van 27 januari 1908
en ze verdient f 200,- per jaar.
De gemeenteraad bestaat uit burgemeester J. Palenstijn Gz. (voorzitter) en de leden: wethouder A. Koster (sedert 6 september 1927),
D. Bloothoofd (sedert 10 december 1928), P. Langedijk (sedert 6 september 1927), D. Pijl (sedert 28 juli 1919), (wethouder)
A. Groot (sedert 30 mei 1932), G. Koster (sedert 21 juni 1934) en M. Sluis (sedert 23 januari 1933).
De openbare lagere school voor f 22.000,-.
De inventaris van de school voor f 3000,-.
De handbrandspuit voor f 500,-.
De kerktoren voor f 13.500,-.
Uurwerk met looden voor f 900,-.
De groote ketel met hamer voor f 600,-.
Het gymnastiekgebouw met woning voor f 6000,-.
De inventaris van het gymnastiekgebouw voor f 3000,-.
De onderwijzerswoning voor f 6000,-.
Het gemeentehuis voor f 7500,-.
De inventaris van het gemeentehuis voor f 4000,-.
Burgemeester J. Palenstijn Gz. heeft van burgemeester Drost indertijd wetsonderricht gehad (zie 1932).
Kerk & School
De plannen om in combinatie met de hervormde gemeente te Schellinkhout weder een predikant te beroepen te Blokker nemen
vasteren vorm aan. Binnenkort zal voor dit doel weer een gecombineerde vergadering worden gehouden.
De leeftijd van het geredde kind wordt niet genoemd in het rapport van veldwachter Peperkamp en de leeftijd van de redder is onjuist.
Jan Nierop is namelijk op de dag van de redding 27 jaar oud (zie 1890 en 2002).
Op de vergadering van de begrafenisvereeniging te Schellinkhout heeft de aanspreker, de heer Kroeze, naar een der streekbladen meldt, het
wenschelijk geoordeeld, dat hem vanwege de vereeniging een jas wordt aangemeten. Gezien de financieelen toestand werd besloten de jas dit jaar
nog maar achterwege te laten. Waarschijnlijk zal men daar ter plaatse dus door een bidder in hemdsmouwen worden aangesproken.
Het restant van dit dossier is niet (meer) beschikbaar, zodat niet bekend is of dit misdrijf ooit is opgehelderd.
Het eerste kind van het gezin Peperkamp wordt in Schellinkhout geboren. Het jongetje wordt vernoemd naar burgemeester Jan Palenstijn:
Herman Jan Peperkamp.
Op de foto: Veldwachter Herman Peperkamp en zijn vrouw Adriana Maria Vach (gehuwd 20 december 1935)
met hun jonge spruit.
Veldwachter Peperkamp maakt een Ambtseedige verklaring overtreding art. 4bis der Rijwielbelastingwet
op tegen de vijftienjarige tuinknecht Siemen Koen, geboren te Schellinkhout op 2 maart 1923, wonende te Schellinkhout, no. 139. Koen is
om zes uur 's avonds gesnapt, terwijl hij den openbaren weg berijdt met een rijwiel zonder belastingmerk.
De fiets wordt inbeslaggenomen en die krijgt hij twee dagen later om 18.00 uur pas weer terug als hij kan aantonen dat de boete van
vijftig cent is voldaan bij het belastingkantoor in Hoorn.
Hierboven: Linker foto in het midden burgemeester Palenstijn met zijn dochtertje Truus en rechts
gemeenteveldwachter Herman Peperkamp, ter hoogte van (op de achtergrond) het armenhuis. Op de andere foto een pasfoto
van Peperkamp.
(zie 1939).
Bij Koninklijk Besluit van 19 april 1938, no. 5, wordt burgemeester Palenstijn met ingang van 1 mei 1938 herbenoemd.
In de raadsvergadering, die 's middags om twee uur begint, wordt Piet Has met algemene stemmen benoemd tot hooisteker voor de
dienstjaren 1938 en 1939. Een hooisteker is belast met het toezicht op schoorstenen, stookplaatsen en hooibergen.
De E. Crt. deelt mede, dat op de Begrafenisvereeniging te Schellinkhout geconstateerd is, dat het afgeloopen jaar
gunstig is geweest, daar geen der leden de vereeniging is ontvallen, waarna de voorzitter het juist gezien achtte om de
vereeniging op te richten.
Het wil ons voorkomen, dat ze tot dusver juist tamelijk overbodig is gebleken.
Achterste rij v.l.n.r.:
Mevr. Keetman (Meeweg), onbekend, Lies Schekkerman-Bart (VIVO-zuideinde), onbekend, Bartje Davids-Bos (moeder van
bakker W.C. Davids), Aaf Dekker-Dekker (timmerman zuideinde), onbekend, onbekend, onbekend, onbekend, Corrie Nobel-Leguit,
mevr. Breebaart (moeder van Marie Mol-Breebaart), Aaltje Weel-Meurs, mevr. Schippers (moeder Tienes en Henk Schippers),
mevr. Walkeuter (moeder van Jaap, Jan en dochter Dik), Elisabeth (Lize) Nooij-Bart (stationhoudster postkantoor);
Zittend v.l.n.r.:
Trien Tonnis-Wagenmaker (vrouw van bakker Tonnis), mevr. Brouwer (vrouw van de melkcontroleur), mevr. Koldijk,
mevr. Dragtsma (moeder van Tjeerd, Piet en Gré), Geertje Schekkerman-Bras (vrouw van de schilder),
mevr. Kossen (vrouw van de smid), onbekend, mevr. Hoekstra (zuideinde t.o. de boerderij van Sluis).
's Morgens om kwart voor twaalf surveilleert veldwachter Peperkamp bij Schellinkhout op de dijk Hoorn - Enkhuizen.
Daar ziet hij dat een bestuurder van een rijwiel zich liet meetrekken door een voor zijn rijwiel
uitloopend paard, welke hij door middel van een aan dat paard verbonden leidsel, vasthield. Door deze wijze van rijden werd het
verkeer terplaatse in gevaar gebracht, daar bedoeld paard in draf voor dat rijwiel uitging, terwijl hij de leidsel maar
met één hand kon hanteeren en zeer zeker niet bij machte was, om bij eventueel gevaar zijn paard in toom
te houden. De booswicht blijkt te zijn Jan Cornelis de Vries, van beroep veehouder, geboren te Blokker op 11 januari 1902,
wonende te Schellinkhout, Dorpsweg 126. Hij verklaart: Ik heb zulks al meerdere malen gedaan, doch
nooit geen last ondervonden. Een bekeuring is zijn deel.
Te koop: Een mak 5-jarig PAARD, zware vos ruin,
geschikt voor alle machines, best bouwpaard.
P. BLOM, Schellinkhout.
Gemeenteveldwachter Herman Peperkamp en loco-burgemeester A. Koster bevinden zich 's morgens om half tien in het
gemeentehuis, als zich daar ook de heer J. Dragtsma vervoegt. Dragtsma verzoekt om steun aan de loco-burgemeester
omreden hij al drie weken zonder werk was en nergens geen werk kon vinden. De
loco-burgemeester deelt hem mee dat er geen werk voor hem is, waarna Dragtsma zeer brutaal
begon op te treden en woorden gebruikte zooals. "Ik moet te vreten hebben. Wanneer de gemeente mij niet helpt,
stuur ik al mijn leveranciers naar het gemeentehuis, dan kunnen ze daar geld krijgen." Vervolgens haalt hij
zeer schofterig voorbeelden aan over andere gemeenten, waar ze tenminste zorgden voor de
werkeloozen, hetgeen hij ook verlangde, daar hij ook moest vreten. Dragtsma wordt door de gemeenteveldwachter
Peperkamp tot kalmte gemaand, maar Dragtsma balt zijn vuisten en zegt: Ik ben een Fries, vuile
huffert. Daarna verlaat Dragtsma kwaad het gemeentehuis. Ongeveer een half uur later verschijnt de vrouw van
Dragtsma op het raadhuis. Ze gaat in de wachtkamer op een stoel zitten en zegt tegen de veldwachter:
Ik ga hier niet eerder vandaan of ik moet geld hebben, want wij hebben niet te eten. Krijg ik niets
dan ga ik hier niet vandaan en laat mijn kinderen ook hier komen. De loco-burgemeester is echter niet meer op het
raadhuis en veldwachter Peperkamp weet mevrouw Dragtsma met zachte drang weg te krijgen.
Het gezin Dragtsma met vader Jo Dragtsma en moeder Jannie Ruiter. De kinderen zijn v.l.n.r. Piet,
Tjeerd en Gré.
Twee kinderen van manufacturier Pieter Jan Ruiter en zijn vrouw Trien Danner zijn op de Dorpsweg aan het spelen.
Het zijn Pieter, geboren te Schellinkhout op 26 januari 1935 en zijn zusje Margaretha (roepnaam Gre), geboren te Schellinkhout op
24 augustus 1937.
Een half uur eerder heeft Peperkamp voor een zelfde feit twee andere mensen een proces-verbaal gegeven.
Het zijn: de dienstbode Antje Heertjes, geboren te Hoorn op 14 juli 1920, wonende te Hoorn, Grote Oost 117 en de grondwerker
Jurriën van der Molen, geboren te Schellinkhout op 21 juni 1907, wonende te Hoorn, Venenlaan 65. Zij lopen aan de oever
van het IJsselmeer in een weiland van de 32-jarige Harm Kroeze, wonende Schellinkhout no. 48.
Hieronder een foto die genomen is tijdens de ontmanteling van het houten gebouwtje (zie ook 5e strofe gedicht 1895).
Van 1890 tot 6 september 1898 is Emma koningin-regentes. Hierna wordt Wilhelmina koningin. In 1938 wordt haar veertigjarig
regeringsjubileum gevierd.
Een aantal Schellinkhouters neemt deel aan het defilé op de Dam van Amsterdam. Bovenstaande foto's zijn kort voor het
vertrek naar Amsterdam gemaakt bij het versierde raadhuis. De vrouw rechts op de beide foto's is Anna Cornelia
Snoeck (roepnaam Anny), geboren te Schellinkhout op 19 juni 1912 (zie 1908: Snoeck).
Op de eerste drie foto's is het rijk versierde raadhuis te zien. De drie meisjes zijn van links naar
rechts Gré Nobel, Margje Snel en Maartje Best.
Hun jurken zijn beplakt met respectievelijk postzegels, sigarenbandjes en sinaasappelmerken.
Op de vierde foto staat Janny Bloothoofd met de ijskar afgebeeld.
Op de vijfde foto staan van links naar rechts: Sieuw-, Geer- en Janny Bloothoofd.
Op foto 6 staat rechts Piet Best. De andere jongen is Gerrit Kampen, bijgenaamd Nappie Kampen.
Foto 7: Tienes Schippers en Cor Weel in de door hen zelf gemaakte auto ter hoogte van de winkel van
manufacturier Pieter Jan Ruiter.
Op foto 8 staan ondermeer zes meisjes die een bordje dragen met een opschrift: voorspoed, vrede,
arbeid, geluk, welvaart.
De tekst van het derde bordje gaat verscholen achter de rug van het tweede meisje.
De foto is gemaakt aan het begin van de tegenwoordige (anno 2002) Havenweg (nabij de splitsing met de Dorpsweg). De meisjes
staan opgesteld voor een schuur en een automobiel, die op de "rijbaan" van de latere Havenweg staan. Op deze foto
staan v.l.n.r.:
Jaap Roorda, een hond, Tony Schekkerman, Toos Klomp, Alie Sluis, Marie Breebaart, onbekende, Annie Roorda, Foekie Bakker,
Trijnie Brouwer.
Foto 9 is genomen aan het noordeinde van het dorp, ter hoogte van Dorpsweg 17.
Foto 10: Op deze foto zien we de tweelingbroers Ab en Joop Vis (geboren 29 december 1928) als kaasdragers.
De laatste (kwalitatief matige) foto is genomen vanuit de kerktoren. Ook daarop is linksonder nog de schuur te zien die dwars
over de "rijbaan" van de tegenwoordige Havenweg staat.
De beide ruiters zijn (zeer waarschijnlijk) Dirk Roele en Jaap Vriend.
Dirk Bloothoofd is fruitteler en landbouwer. In de crisisjaren wordt hij kassier bij de boerenleenbank (zie 1953) met wat veeteelt er
naast. Verder is hij nog verzekeringsagent en secretaris van het polderbestuur. Dirk Bloothoofd gaat in 1913 in militaire dienst en
blijft oproepbaar tot in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Hij overlijdt op 5 november 1970 in Venhuizen (wonende te Schellinkhout)
aan hartproblemen (zie familie Bloothoofd: 1830 en 1859).
Het echtpaar Bloothoofd-Beemsterboer (ca. 1918) en een foto van Dirk uit omstreeks 1930.
Dirk Bloothoofd in legeruniform te paard, omstreeks 1920 en een foto "Ter herinnering aan mijn
diensttijd".
De derde foto, de boerderij van Bloothoofd (Dorpsweg 113), stamt uit 1968.
In de boomgaard achter de boerderij wordt deze foto gemaakt.
Van links naar rechts: Geer, het bruidspaar, Paulus Metselaar, Klaas Metselaar, Sieuwtje en Janny.
Gerrit Jan Palenstijn en Geer Bloothoofd, 5 augustus 1944.
Foto 1: De boerderij van de familie Bloothoofd in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Foto 2: Dorpsweg 113 vlak voor de sloop.
Foto 3: Op een karbeel kerft Cornelis Bloothoofd zijn initialen CBH. Pas bij de sloop wordt dat ontdekt.
Spreeuwen bedreigen fruitoogst in West-Friesland
Het steeds driester optreden der spreeuwen in de fruitaanplantingen leidt in West-Friesland tot een ware
ramp. Alle mogelijke fruitsoorten, tot aan Goudreinetten toe, worden opgevreten en wel
zóódanig, dat er boomen zijn, waarvan niets meer te oogsten is!
Bij de toch reeds bestaande schaarschte aan fruit veroorzaakt deze plaag voor duizenden guldens schade,
daar het fruit hoog in prijs is. Te Schellinkhout circuleert bij alle fruitkweekers, aldus het Hsb., een lijst
ter teekening, welke gericht is aan B. & W., om middelen te beramen welke kunnen
leiden tot beëindiging dezer plaag. Door allen wordt adhaesie betuigd. De correspondent van den
Plantenziektenkundigen Dienst heeft dezen Dienst om asistentie gevraagd.
(Zie 1939: Spreeuwenverordening).
Besseling is druk aan 't slopen
Er wordt van alles bloot gelegd
En het lot van het oude huis
Is hiermee voorgoed beslecht
Een keldertje en de oude putten
Nieuwsgierig blijft men toch altijd
Naar het werken en het streven
Van mensen in vervlogen tijd
In 1911, dat is bekend
Oomes die werd kastelein
Want hij kocht de Keizerskroon
Om hiermee tuinder af te zijn
't Was in datzelfde jaar dus
Dat slager Bloothoofd zijn woning kocht
Want naar een huis met bogerd
Had hij al heel lang gezocht
Eigenlijk kwam Crelis Bloothoofd
Net op tijd in de kerkebuurt
Want de feestkranten van Leguit
Die waren zo juist verstuurd.
Een zilveren feest in Café Willem Spree
Van Cornelis Leguit en Grietje Laan
Die namen zag je met grote letters
Voorop de feestkrant staan
In die tijd duurde een bruiloft
Dikwijls tot aan de morgen
Maar na elke feest beginnen dan
Toch weer opnieuw de zorgen
't Werd 1920, en Bloothoofd zei:
't Gaat me wel wat aan het hart
Maar ik koop in 't Zuid-end m'n pandje
Weer terug van slager Bart
En hij werd in de kerkebuurt
Door zoon Dirk toen afgelost
Al heeft dat in de loop der jaren
Heel wat zweetdruppels gekost
Dure koeien, 't werd crisis
Voor velen een bekend verhaal
Als ik dat hier neer zou schrijven
Geloof je 't nu niet allemaal
Maar al deden op de Veiling
De rode bessen slechts 1 cent
De crisis bleef voor hun drie meiden
Zoveel mogelijk toch onbekend.
't Werd schapen melken, bessen plukken
Lelie kralen en violenzaad
Peren zoeken en bollen pellen
Zoals dat in 't gemeen dan gaat
Maar iedere keer als je weer thuis kwam
En stond je in de achterdeur
Dan rook je steeds weer in die koegang
Die vertrouwde, muffe geur.
Zwaluwen in 't voorjaar
Flitsend langs 't vierkant
Die ik steeds heb vergeleken
Met matrozen in een want.
Met zware storm in de bedstee
Dan sliep je in een wip
Omdat je je veilig voelde
Bij 't kraken van dat oude schip
Toen de kolfbaan nog van hout was
Hadden we balmuziek op bed
Omdat we de koegangraampjes
Wijd open hadden gezet
En achter 't toneel, op 't kippehok
Daar hadden we de grootste jool
Al vingen we door kiertje
Slechts een glimp op van Daan Pool.
Vaak leverden die koegangraampjes
Ons muziek op en vertier
Ook bij Buur Jan en Maartje
Hadden we altijd plezier
Platen draaien op de de pick-up
Glaasjes ranja en zo meer
Schuil honken tussen de coulissen
Slotrepetities kijken, menig keer
Door de smalle steeg ertussen
Gingen we wekelijks naar de zang
Repeteren met Polyhymnia
Dat was voor ons van groot belang
Bonzen op de staltjesramen
Ieder vond dat een vermaak
Niemand die ooit reageerde
Toch was 't elke week weer raak
De parkeerplaats, bakkerij, café metamorfose van de buurt
We kwamen ook nu tot de conclusie
Dat alles niet zo heel lang duurt.
Nic, ik wens je veel succes toe
En ik maak me sterk
Met zoveel moed en ook vertrouwen
Dat dit wordt een levenswerk.
Maar ... langs 't tuinpad van mijn vader
Zag ik de hoge bomen staan
Ik ben geen kind, en ik weet nu beter
Het is voorgoed voorbij gegaan.
Het
café (rechts).
Op zaterdag 26 november overkomt Gerben Bakker, geboren te Gaasterland op 14 november 1920, van beroep landarbeider,
wonende Schellinkhout no. 72, hetzelfde.
FAILLISSEMENTEN.
H.C. de Graaff Sr., te Schellinkhout (N.-H.), rechter-commissaris mr. Krabbe, curator mr. Winkel te Hoorn.
Hieronder de kop van het aanslagbiljet.
In de ochtend, als burgemeester Palenstijn in het raadhuis is, komt de 67-jarige landbouwer Petrus Hoogland (Dorpsweg 21)
klacht doen van beleediging. In
zijn hoedanigheid als hulpofficier van justitie neemt Palenstijn zelf de klacht op. In November 1938
vernam ik van mijn voormalige huishoudster, genaamd G.C.M. Vriend, wonende alhier, dat zij zich op 25 September 1938, in
gezelschap had bevonden van twee kennissen, respectievelijk genaamd G. Schouten, echtgenoote van D. Vis, wonende te
Blokker en C.P. Vis, wonende te Schellinkhout. Eén dezer kennissen (C.P. Vis) zou zich toen beleedigend over mij hebben
uitgelaten. Zij zou onder andere de volgende woorden hebben gebezigd. "Piet Hoogland is een groote dief. Hij is niet
vertrouwd alleen in andermans huis". Deze woorden zijn mijns inziens gebruikt, daar ik een financieel geschil met haar
vader heb. Aan veldwachter Peperkamp wordt opdracht gegeven om de zaak verder uit te zoeken en hij hoort ondermeer
als getuige: Geertruida Catharina Maria Vriend, oud 27 jaar, wonende te Schellinkhout, Dorpsweg 30. Wat de getuigen verklaren is
niet (meer) bekend.
In dezelfde raadsvergadering (13 december) wordt uitgebreid gesproken over de aankoop van de voormalige trambaan van het rijk
voor 3160,-. B & W stellen voor om op het aanbod in te gaan, vooral om het vele werk,
dat er aan vast zit. In een tijd van grote werkeloosheid is dat een belangrijk argument. De burgemeester zegt verder,
dat er zeer veel geld in de werkverschaffing wordt gestoken. Er zijn plannen om het zand,
waarmee het tramtracé destijds is opgehoogd, te verkopen. Alles moet gedaan worden om te
voorkomen, dat Schellinkhout noodlijdend wordt en op de huidige manier zou zulks er van komen. Na een schorsing en
heropening van de vergadering wordt het voorstel met algemene stemmen aangenomen. Het wachten is
nu op de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Het dorp telt 537 inwoners, te weten 277 mannen en 260 vrouwen.